6 juni 2017

Waar hadden we het ook alweer over?

Waar hadden we het ook alweer over?

Kunstwerk gemeente Oisterwijk (foto: Bram van den Oudenalder)

 

Denk jij ook wel eens: hoe denken ze nou echt over de teamopdracht? Over de collega’s? Over het project? Of waarom blijven ze nou klagen bij die collega die nergens van af weet. Waarom gaan ze niet in gesprek met de persoon waar het om gaat? Waarom wordt het ’probleem’ niet met de juiste persoon besproken?

Meestal hebben we geleerd, bewust of onbewust, onze eerste gedachten voor ons te houden en ze niet uit te spreken. Maar is dat altijd effectief? Soms denken we dat we vanuit hulpvaardigheid heel serieus, begrijpend en met veel wijsheid moeten omgaan met de vragen of problemen van teamleden of collega’s. En dat leidt niet altijd tot het gewenste effect.

Want als de collega medewerker, die nergens vanaf weet, collegiaal blijft knikken en hummen bij het verhaal dan wordt het ‘probleem’ in stand gehouden.

Maar wanneer is iets nou een probleem?

Meestal is een probleem geen probleem. Vaak is het niet echt lastig voor de persoon zelf want het probleem speelt kennelijk al een tijd. Als het een ‘echt’ probleem is dan was het allang opgelost. Het hoort dus bij die persoon en die wil eigenlijk het probleem niet kwijt.

Dus als er een teamlid of collega bij je aanklopt vraag dan eens: Wat is nu het probleem?
Vraag dit vooral op het moment dat mensen met je in gesprek gaan en jij denkt; dit wordt een zwaar, zich herhalend gesprek.
De meeste mensen vinden namelijk zelf dat ze geen probleem hebben maar leggen toch een probleem bij jou op tafel.

Stel dat je dan als collega ontkent dat het een probleem is en reageert met een van de onderstaande uitspraken: 

  • Ik snap het niet. Wat is het nu het probleem?
  • Ja, dat vertel je al een paar keer, maar ik zie het nog steeds niet?
  • Ja, dat leg je al een paar keer uit, maar ik zie het niet als probleem.

Laat je dan verrassen door de reactie van de ander als je op deze manier in gesprek gaat.

In je hoofd vormt zich dan een beeld van degene die tegenover je zit. Als je dat uitspreekt naar de ander, waarom je dat in de ander ziet, dan blijkt in bijna alle gevallen dat het beeld klopt. En dat ‘men’ dat ook van zichzelf vind. Daarmee maak je al snel contact en ga je de verbinding aan op een ander niveau dan de inhoud en wordt het makkelijker ‘het probleem’ bespreekbaar te maken.

Door in de loop van het gesprek met ridicule oplossingen te komen, om het probleem aan te pakken, komt er weer energie los om er over na te denken of er vanuit een andere invalshoek naar te kijken.

Meestal geeft de collega zelf ook al onmogelijke oplossingen. Overdrijf dat soort oplossingen als zijnde ‘prima’ en maak het heel groot. Of heel klein.

Hiermee vergroot je uiteindelijk het vermogen van de ‘probleemeigenaar’ om het probleem zelf op te gaan lossen.

Wees je daarbij wel altijd bewust van het volgende:

  1. Wees altijd alert dat je niemand als mens belachelijk maakt en zie het probleem (in stilte) als een echt probleem.
  2. Maak de wijze waarop men met het probleem omgaat tot een grap.
  3. Wees warm en uitnodigend.
  4. Wees er van overtuigd dat een mens sterker is dan je denkt
  5. Heb geen medelijden maar wel medeleven.

 

Zie ook dit filmpje over het verschil tussen sympathie en empathie