20 februari 2018

Gaan voor goud; alles of niets?

Gaan voor goud; alles of niets?

Koningssloep Scheepvaartmuseum Amsterdam (eigen foto, juli 2017).

 

Het beste eruit halen, uit jezelf of uit je team, klinkt makkelijker dan het in werkelijkheid is.
Het vraagt om kennis en een realistisch kijk op de diverse niveau’s van de invulling door het team.
Voor een gezonde organisatie is het belangrijk om te weten hoe de vlag ervoor staat. Want om te kunnen denken en handelen vanuit de lange termijn, is zicht op hoe het nu is ook van groot belang.
Echter door de waan van dag met alle snelle, continue veranderingen, is het niet altijd een natuurlijke eerste reactie om verder te kijken dan de korte termijn.

Vooruitkijken naar wat wel is en wat straks wel kan, is als een vlootschouw.
Door eerst op grote lijnen te kijken welke schepen (lees teams/onderdelen) met welke bemanning er aanwezig zijn.
Vervolgens is het belangrijk om naar het materiaal waarmee gewerkt moet worden te kijken (apparaten, voorraden, IT- infrastructuur, werkplekken etc).

Als dit in beeld is kan er worden ingezoomd op de diverse details van de volgende drie niveau’s:

  1. Op medewerkers (bemanning) niveau
    – Wat zijn de competenties van de individuen?
    – Maar ook; wat zijn de drijfveren?
    – Hoe aanvullend zijn de teamleden? Daarbij is de diversiteit van het team belangrijk.
  2. Op teamniveau
    – Welke inhoudelijke kennis is beschikbaar of ontbreekt?
    – Hoe wordt deze kennis gedeeld?
    – Hoe is de samenwerking geregeld? Wordt er ruimte (tijd) vrij gemaakt om met de buitenwereld van het team samen te werken.?
  3. Op omgevingsniveau
    – Wat is manier of mate van aansturing? Moeten de teams zelf-organiserend en/of -sturend zijn?
    – Wat is de stijl van leidinggeven? niet alleen van de ‘dagelijkse’ leiding maar ook van de lagen erboven.
    – Wat is de koers? de stip aan de horizon waarnaar toe de organisatie op weg is.
    – En is er ruimte om te experimenteren en gecontroleerd fouten te maken?

Eruit halen wat er in zit vraagt van het management dat zij zelfbewust zijn van de mogelijke impact wanneer je iets in beweging gaan brengen.
En om lef te vertonen bij het bespreekbaar maken van de stilzwijgende principes die er altijd bestaan. Want als je altijd doet wat je deed verandert er niets.
De bestaansreden van elke organisatie is immers om voor de klant (wie dat ook is) van toegevoegde waarde te zijn. Want als je niet snapt dat de klant iets anders vraagt dan datgene wat jij kan leveren, ben je als organisatie het contact met je klant verloren.

Het durven aangaan van het gesprek, tegen de stroom inzwemmen, reflecteren op de situatie maar ook op eigen handelen en hieruit lering trekken zijn de belangrijkste onderdelen om de vlootschouw mee te beginnen.
Door workshops, intervisie en zgn leerexpedities in te zetten om de volgende stap te gaan zetten, creëert beweging om voor goud te gaan.

Als de wind verandert dien je de stand van de zeilen aan te passen, en om koers te kunnen bepalen en de vaart erin te houden is goed zeemanschap nodig.